22 Al-Hadj (De bedevaart)
بِسۡمِ اللّٰہِ الرَّحۡمٰنِ الرَّحِیۡمِ
In de naam van Allah, Ar-Rahmaan (de meest Barmhartige m.b.t. iedereen, maar tijdelijk van duur), Ar-Rahiem (Degenen Die altijd Barmhartig zal zijn voor de gelovigen)
یٰۤاَیُّہَا النَّاسُ اتَّقُوۡا رَبَّکُمۡ ۚ اِنَّ زَلۡزَلَۃَ السَّاعَۃِ شَیۡءٌ عَظِیۡمٌ ﴿۱﴾
Yaaa ayyoehan naasoettaqoe Rabbakoem; ienna zalzalatas Saa'atie shai'oen 'azieem
22:1 O mensen! Vrees jullie Heer. Voorzeker, de beving van het uur (dag des oordeels) is iets enorm!

یَوۡمَ تَرَوۡنَہَا تَذۡہَلُ کُلُّ مُرۡضِعَۃٍ عَمَّاۤ اَرۡضَعَتۡ وَ تَضَعُ کُلُّ ذَاتِ حَمۡلٍ حَمۡلَہَا وَ تَرَی النَّاسَ سُکٰرٰی وَ مَا ہُمۡ بِسُکٰرٰی وَ لٰکِنَّ عَذَابَ اللّٰہِ شَدِیۡدٌ ﴿۲﴾
Yawma tarawnahaa tazhaloe koelloe moerdie'atien 'ammaaa arda'at wa tada'oe koelloe zaatie hamlien hamlahaa wa tarannaasa soekaaraa wa maa hoem biesoekaaraa wa lakienna 'azaabal laahie shadieed
22:2 Op de dag wanneer jullie het zullen aanschouwen, dan zal iedere zogende moeder geen acht meer slaan op haar baby en ieder zwangere vrouw zal (op dat moment) haar vrucht (dat in haar baarmoeder is) verwerpen. Je zult zien dat de mensen dronken zijn ondanks dat ze niet hebben gedronken. De straf van Allah zal enorm zijn. (Notitie: Op de dag des oordeels zal elk persoon alleen tot zijn Heer komen, zie 19:95. Zelfs het ongeboren kind zal zich scheiden van de moeder.)

وَ مِنَ النَّاسِ مَنۡ یُّجَادِلُ فِی اللّٰہِ بِغَیۡرِ عِلۡمٍ وَّ یَتَّبِعُ کُلَّ شَیۡطٰنٍ مَّرِیۡدٍ ۙ﴿۳﴾
Wa mienan naasie may yoedjaadieloe fiel laahie bieghairie 'ielmiew wa yattabie'oe koellaa shaitaaniem marieed
22:3 En er zijn mensen die over Allah zonder kennis discussiëren en die elke rebelse satan volgen.

کُتِبَ عَلَیۡہِ اَنَّہٗ مَنۡ تَوَلَّاہُ فَاَنَّہٗ یُضِلُّہٗ وَ یَہۡدِیۡہِ اِلٰی عَذَابِ السَّعِیۡرِ ﴿۴﴾
Koetieba 'alaihie annahoe man tawallaahoe fa annahoe yoedielloehoe wa yahdieehie ielaa 'azaabies sa'ieer
22:4 Voor hem (de satan) is vastgelegd dat hij degene die met hem bevriend wordt, zal misleiden en leiden naar de straf van de hel. (Notitie: zie 7:16-18)

یٰۤاَیُّہَا النَّاسُ اِنۡ کُنۡتُمۡ فِیۡ رَیۡبٍ مِّنَ الۡبَعۡثِ فَاِنَّا خَلَقۡنٰکُمۡ مِّنۡ تُرَابٍ ثُمَّ مِنۡ نُّطۡفَۃٍ ثُمَّ مِنۡ عَلَقَۃٍ ثُمَّ مِنۡ مُّضۡغَۃٍ مُّخَلَّقَۃٍ وَّ غَیۡرِ مُخَلَّقَۃٍ لِّنُبَیِّنَ لَکُمۡ ؕ وَ نُقِرُّ فِی الۡاَرۡحَامِ مَا نَشَآءُ اِلٰۤی اَجَلٍ مُّسَمًّی ثُمَّ نُخۡرِجُکُمۡ طِفۡلًا ثُمَّ لِتَبۡلُغُوۡۤا اَشُدَّکُمۡ ۚ وَ مِنۡکُمۡ مَّنۡ یُّتَوَفّٰی وَ مِنۡکُمۡ مَّنۡ یُّرَدُّ اِلٰۤی اَرۡذَلِ الۡعُمُرِ لِکَیۡلَا یَعۡلَمَ مِنۡۢ بَعۡدِ عِلۡمٍ شَیۡئًا ؕ وَ تَرَی الۡاَرۡضَ ہَامِدَۃً فَاِذَاۤ اَنۡزَلۡنَا عَلَیۡہَا الۡمَآءَ اہۡتَزَّتۡ وَ رَبَتۡ وَ اَنۡۢبَتَتۡ مِنۡ کُلِّ زَوۡجٍۭ بَہِیۡجٍ ﴿۵﴾
Yaaa ayyoehan naasoe ien koentoem fiee raibien mienal ba'thie fa iennaa ghalaqnaakoem mien toeraabien thoemma mien noetfatien thoemma mien 'alaqatien thoemma mien moedghatien moeghallaqatiew wa ghairie moeghallaqatien lienoebaiyiena lakoem; wa noeqierroe fiel arhaamie maa nashaaa'oe ielaaa adjalien moesamman thoemma noeghriedjoekoem tieflan thoemma lietabloeghoeo ashoeddakoem wa mien-koem may yoetawaffa wa mien-koem may yoeraddoe ielaaa arzaliel 'oemoerie liekailaa ya'lama mien ba'die 'ielmien shai'aa; wa taral arda haamiedatan fa iezaaa anzalnaa 'alaihal maaa'ah tazzat wa rabat wa ambatat mien koellie zawdjien bahieedj
22:5 O mensen! Als jullie twijfelen over de wederopstanding (op de dag des oordeels), waarlijk, weet dan dat Wij jullie hebben geschapen vanuit stof (Adam) tot een 'Nutfah' (één enkele cel) vervolgens tot een 'Alaq' (aantal samen geklonteerde cellen die zich vasthechten aan de baarmoeder) en daarna tot een gevormde of ongevormde embryo (miskraam). Dit (verklaren Wij) om het jullie duidelijk te maken. En Wij laten wat Wij willen in de baarmoeder blijven voor een vastgestelde tijd, vervolgens brengen Wij jullie als een zuigeling naar buiten, zodat jullie volwassen kunnen worden. En onder jullie zijn er die (op jonge leeftijd) dood gaan en anderen die gebracht worden tot een zeer oude leeftijd zodat ze, na begrepen te hebben, niets meer weten. En je ziet dorre aarde, vervolgens wanneer Wij er water op doen neerdalen, mengt het ermee en zwelt het op en brengt het elke prachtige soort voort. (Notitie: zie ook 23:12-14, 75:37-39, 76:1-2, 77:20-23 over de schepping van de mens. Er wordt gelijkenis gemaakt van de wederopstanding met de dorre/dode aarde waar water op valt.)

ذٰلِکَ بِاَنَّ اللّٰہَ ہُوَ الۡحَقُّ وَ اَنَّہٗ یُحۡیِ الۡمَوۡتٰی وَ اَنَّہٗ عَلٰی کُلِّ شَیۡءٍ قَدِیۡرٌ ۙ﴿۶﴾
Zaalieka bie annal laaha Hoewal haqqoe wa annahoe yoehyiel mawtaa wa annahoe 'alaakoellie shai'ien Qadieer
22:6 Dat is omdat Allah de waarheid is. En het is Hij die het leven geeft aan de doden en het is Hij die over alles Al-Kadir (Almachtig) is.

وَّ اَنَّ السَّاعَۃَ اٰتِیَۃٌ لَّا رَیۡبَ فِیۡہَا ۙ وَ اَنَّ اللّٰہَ یَبۡعَثُ مَنۡ فِی الۡقُبُوۡرِ ﴿۷﴾
Wa annas Saa'ata aatieya toel laa raiba fieeha wa annal laaha yab'asoeman fiel qoeboer
22:7 En waarlijk het uur (des oordeels) komt, daar is geen twijfel over. Voorzeker, Allah zal degenen die in de graven zijn, doen herleven.

وَ مِنَ النَّاسِ مَنۡ یُّجَادِلُ فِی اللّٰہِ بِغَیۡرِ عِلۡمٍ وَّ لَا ہُدًی وَّ لَا کِتٰبٍ مُّنِیۡرٍ ۙ﴿۸﴾
Wa mienan naasie may yoedjaadieloe fiel laahie bieghairie 'ielmiew wa laa hoedaw wa laa Kietaabiem Moenieer
22:8 En er zijn mensen die over Allah discussiëren zonder kennis, zonder enige leiding en zonder een verlichtende boek (Thora, Injiel, etc.).

ثَانِیَ عِطۡفِہٖ لِیُضِلَّ عَنۡ سَبِیۡلِ اللّٰہِ ؕ لَہٗ فِی الدُّنۡیَا خِزۡیٌ وَّ نُذِیۡقُہٗ یَوۡمَ الۡقِیٰمَۃِ عَذَابَ الۡحَرِیۡقِ ﴿۹﴾
Saanieya 'ietfiehiee lieyoediella 'an sabieeliel laahie lahoe fieddoen yaa ghiezyoew wa noezieeqoehoe Yawmal Qieyaamatie 'azaabal lharieeq
22:9 Zijn nek buigend (in trotsheid en arrogantie) om te misleiden op de weg van Allah. Voor hem is er in deze wereld schande en Wij zullen hem op de dag van de herrijzing de straf van het brandende vuur laten proeven.

ذٰلِکَ بِمَا قَدَّمَتۡ یَدٰکَ وَ اَنَّ اللّٰہَ لَیۡسَ بِظَلَّامٍ لِّلۡعَبِیۡدِ ﴿۰۱﴾
Zaalieka biemaa qaddamat yadaaka wa annal laaha laisa biezallaamiel liel'abieed
22:10 "Dat is voor wat jouw handen hebben voort gebracht en waarlijk (weet) dat Allah niet onrechtvaardig is naar Zijn dienaren."

وَ مِنَ النَّاسِ مَنۡ یَّعۡبُدُ اللّٰہَ عَلٰی حَرۡفٍ ۚ فَاِنۡ اَصَابَہٗ خَیۡرُۨ اطۡمَاَنَّ بِہٖ ۚ وَ اِنۡ اَصَابَتۡہُ فِتۡنَۃُۨ انۡقَلَبَ عَلٰی وَجۡہِہٖ ۟ۚ خَسِرَ الدُّنۡیَا وَ الۡاٰخِرَۃَ ؕ ذٰلِکَ ہُوَ الۡخُسۡرَانُ الۡمُبِیۡنُ ﴿۱۱﴾
Wa mienan naasie may ya'boedoel laaha 'alaa harfien fa ien asaabahoe ghairoeniet maanna biehiee wa ien asaabat hoe fietnatoenien qalaba 'alaa wadjhiehiee ghasierad doenyaa wal aaghierah; zaalieka hoewal ghoesraanoel moebieen
22:11 En er zijn mensen die Allah net op het randje aanbidden. Wanneer hem iets goeds overkomt dan is hij er tevreden mee. Echter, wanneer hij beproeft wordt, keert hij zijn gezicht af (voor de aanbidding van Allah). Hij verliest zowel deze wereld als het Hiernamaals. Dat is een duidelijke verlies.

یَدۡعُوۡا مِنۡ دُوۡنِ اللّٰہِ مَا لَا یَضُرُّہٗ وَ مَا لَا یَنۡفَعُہٗ ؕ ذٰلِکَ ہُوَ الضَّلٰلُ الۡبَعِیۡدُ ﴿۲۱﴾
Yad'oe mien doeniel laahie maa laa yadoerroehoe wa maa laa yanfa'oeh' zaalieka hoewad dalaaloel ba'ed
22:12 Hij roept iets naast Allah aan dat hem niet kan schaden, noch hem een voordeel kan geven. Dat is een afdwaling ver weg (van het rechte pad).

یَدۡعُوۡا لَمَنۡ ضَرُّہٗۤ اَقۡرَبُ مِنۡ نَّفۡعِہٖ ؕ لَبِئۡسَ الۡمَوۡلٰی وَ لَبِئۡسَ الۡعَشِیۡرُ ﴿۳۱﴾
Yad'oe laman darroehoeo aqraboe mien naf'ieh; labie'salmawlaa wa labie'sal 'ashieer
22:13 Hij roept degene aan wat voor hem meer nadeel veroorzaakt dan voordeel. Zonder twijfel, wat een slechte 'Maula' (beschermer) en een slechte vriend!

اِنَّ اللّٰہَ یُدۡخِلُ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ جَنّٰتٍ تَجۡرِیۡ مِنۡ تَحۡتِہَا الۡاَنۡہٰرُ ؕ اِنَّ اللّٰہَ یَفۡعَلُ مَا یُرِیۡدُ ﴿۴۱﴾
Innal laaha yoedghieloel lazieena aamanoe wa 'amieloes saaliehaatie djannaatien tadjriee mien tahtiehal anhaar; iennal laaha yaf'aloe maa yoerieed
22:14 Waarlijk, Allah zal degenen die geloven en rechtvaardige\goede daden verrichten toelaten in tuinen, waar rivieren er onder stromen. Voorzeker, Allah doet wat Hij voorneemt.

مَنۡ کَانَ یَظُنُّ اَنۡ لَّنۡ یَّنۡصُرَہُ اللّٰہُ فِی الدُّنۡیَا وَ الۡاٰخِرَۃِ فَلۡیَمۡدُدۡ بِسَبَبٍ اِلَی السَّمَآءِ ثُمَّ لۡیَقۡطَعۡ فَلۡیَنۡظُرۡ ہَلۡ یُذۡہِبَنَّ کَیۡدُہٗ مَا یَغِیۡظُ ﴿۵۱﴾
Man kaana yazoennoe allay yansoerahoel laahoe fied doenyaa wal aaghieratie fal yamdoed biesababien ielas samaaa'ie soemmal yaqta' falyanzoer hal yoezhiebanna kaidoehoe maa yaghieez
22:15 Wie denkt dat Allah hem (Mohammed v.z.m.h.) niet in deze wereld noch in het hiernamaals zal helpen, laat hem zichzelf aan een touw ophangen en vervolgens de touw afsnijden. Misschien kan het zijn woede verwijderen. (De overwinning van de gelovigen zal komen ondanks dat de ongelovigen er een hekel aan hebben, zie ook 61:9, 3:119, 8:30. Deze Ayah indiceert hoe ernstig de woede van de ongelovigen naar de gelovigen toe was. Zo erg dat slechts een bijna doodservaring de enige manier was om de woede te laten verwijderen.)

وَ کَذٰلِکَ اَنۡزَلۡنٰہُ اٰیٰتٍۭ بَیِّنٰتٍ ۙ وَّ اَنَّ اللّٰہَ یَہۡدِیۡ مَنۡ یُّرِیۡدُ ﴿۶۱﴾
Wa kazaalieka anzalnaahoe aayaatiem baiyienaatiew wa annal laaha yahdiee may yoerieed
22:16 En dus zenden Wij het (de Koran) neer als duidelijke verzen en als bewijs. En zeker, Allah leidt wie Hij wil.

اِنَّ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا وَ الَّذِیۡنَ ہَادُوۡا وَ الصّٰبِئِیۡنَ وَ النَّصٰرٰی وَ الۡمَجُوۡسَ وَ الَّذِیۡنَ اَشۡرَکُوۡۤا ٭ۖ اِنَّ اللّٰہَ یَفۡصِلُ بَیۡنَہُمۡ یَوۡمَ الۡقِیٰمَۃِ ؕ اِنَّ اللّٰہَ عَلٰی کُلِّ شَیۡءٍ شَہِیۡدٌ ﴿۷۱﴾
Innal lazieena aamanoe wallazieena haadoe was saabie'ieena wan nasaaraa wal Madjoesa wallazieena ashrakoeo iennal laaha yafsieloe bainahoem yawmal qieyaamah; iennal laaha 'alaa koellie shai'ien shahieed
22:17 Voorzeker, Allah zal tussen de gelovigen, de Joden, de Sabiërs, de Christenen, de Magiërs, en de polytheïsten oordelen op de dag van de herrijzing. Voorzeker, Allah is over alles een Getuige.

اَلَمۡ تَرَ اَنَّ اللّٰہَ یَسۡجُدُ لَہٗ مَنۡ فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَنۡ فِی الۡاَرۡضِ وَ الشَّمۡسُ وَ الۡقَمَرُ وَ النُّجُوۡمُ وَ الۡجِبَالُ وَ الشَّجَرُ وَ الدَّوَآبُّ وَ کَثِیۡرٌ مِّنَ النَّاسِ ؕ وَ کَثِیۡرٌ حَقَّ عَلَیۡہِ الۡعَذَابُ ؕ وَ مَنۡ یُّہِنِ اللّٰہُ فَمَا لَہٗ مِنۡ مُّکۡرِمٍ ؕ اِنَّ اللّٰہَ یَفۡعَلُ مَا یَشَآءُ ﴿۸۱﴾
Alam tara annal laaha yasdjoedoe lahoe man fies samaawaatie wa man fiel ardie wash shamsoe walqamaroe wan noe djoemoe wal djiebaaloe wash shadjaroe wad dawaaabboe wa kasieeroem mienan naasie wa kasieeroen haqqa 'alaihiel 'azaab; wa may yoehieniel laahoe famaa lahoe miem moekriem; iennallaaha yaf'aloe maa yashaaa
22:18 Zie je niet dat alles in de hemelen en op de aarde, de zon, de maan, de sterren, de bergen, de bomen, de bewegende dieren en veel van de mensen voor Allah prostreren?! Echter, op velen is de straf gerechtvaardigd. Als Allah iemand vernedert dan is er niemand die hem eer zal geven. Voorzeker, Allah doet wat Hij voorneemt. (Notitie: Prostratie/Sajdah Tilawat is vereist.)

ہٰذٰنِ خَصۡمٰنِ اخۡتَصَمُوۡا فِیۡ رَبِّہِمۡ ۫ فَالَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا قُطِّعَتۡ لَہُمۡ ثِیَابٌ مِّنۡ نَّارٍ ؕ یُصَبُّ مِنۡ فَوۡقِ رُءُوۡسِہِمُ الۡحَمِیۡمُ ﴿۹۱﴾
Haazaanie ghasmaaniegh tasamoe fiee Rabbiehiem fal lazieena kafaroe qoettie'at lahoem sieyaaboem mien naar; yoesabboe mien fawqie roe'oesiehiemoel hamieem
22:19 Deze twee tegenpartijen (de monotheïsten en de polytheïsten) vechten voor hun Heer. Wat de ongelovigen (polytheïsten) betreft, er zal voor hen kleding van vuur worden gemaakt. Kokend water zal over hun hoofden worden gegoten!

یُصۡہَرُ بِہٖ مَا فِیۡ بُطُوۡنِہِمۡ وَ الۡجُلُوۡدُ ﴿۰۲﴾
Yoesharoe biehiee maa fiee boetoeniehiem waldjoeloed
22:20 Datgeen wat in hun buiken bevindt zal erdoor smelten tevens ook de huiden.

وَ لَہُمۡ مَّقَامِعُ مِنۡ حَدِیۡدٍ ﴿۱۲﴾
Wa lahoem maqaamie'oe mien hadieed
22:21 En voor hen zijn er ijzeren staven met haken eraan.

کُلَّمَاۤ اَرَادُوۡۤا اَنۡ یَّخۡرُجُوۡا مِنۡہَا مِنۡ غَمٍّ اُعِیۡدُوۡا فِیۡہَا ٭ وَ ذُوۡقُوۡا عَذَابَ الۡحَرِیۡقِ ﴿۲۲﴾
Koellamaa araadoeo ay yaghroedjoe mienhaa mien ghammien oe'ieedoe fieeha wa zoeqoe 'azaabal harieeq
22:22 Ieder keer wanneer ze proberen eruit te ontsnappen, vanwege de leed\kwelling, zullen ze erin worden teruggedreven (en er zal tegen hen gezegd worden): "Proef de straf van het brandende vuur!"

اِنَّ اللّٰہَ یُدۡخِلُ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ جَنّٰتٍ تَجۡرِیۡ مِنۡ تَحۡتِہَا الۡاَنۡہٰرُ یُحَلَّوۡنَ فِیۡہَا مِنۡ اَسَاوِرَ مِنۡ ذَہَبٍ وَّ لُؤۡلُؤًا ؕ وَ لِبَاسُہُمۡ فِیۡہَا حَرِیۡرٌ ﴿۳۲﴾
Innal laaha yoedghieloel lazieena aamanoe wa 'amieloes saaliehaatie djannaatien tadjriee mien tahtiehal anhaaroe yoehallawna fieehaa mien asaawiera mien zahabiew wa loe'loe'aa; wa liebaasoehoem fieehaa harieer
22:23 Voorzeker, Allah zal de gelovigen, die goede daden verrichten toelaten tot tuinen waaronder rivieren stromen. Ze zullen daar versierd worden met goude armbanden en parels, en hun kleding zal van zijde zijn.

وَ ہُدُوۡۤا اِلٰی الطَّیِّبِ مِنَ الۡقَوۡلِ ۚۖ وَ ہُدُوۡۤا اِلَی صِرَاطِ الۡحَمِیۡدِ ﴿۴۲﴾
Wa hoedoeo ielat taiyiebie mienal qawlie wa hoedoeo ielaaa sieraatiel hamieed
22:24 En ze werden geleid om het goede te zeggen en naar het prijzenswaardige pad.

اِنَّ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا وَ یَصُدُّوۡنَ عَنۡ سَبِیۡلِ اللّٰہِ وَ الۡمَسۡجِدِ الۡحَرَامِ الَّذِیۡ جَعَلۡنٰہُ لِلنَّاسِ سَوَآءَۨ الۡعَاکِفُ فِیۡہِ وَ الۡبَادِ ؕ وَ مَنۡ یُّرِدۡ فِیۡہِ بِاِلۡحَادٍۭ بِظُلۡمٍ نُّذِقۡہُ مِنۡ عَذَابٍ اَلِیۡمٍ ﴿۵۲﴾
Innal lazieena kafaroe wa yasoeddoena 'an sabieeliel laahie wal Masdjiediel Haraamiel laziee dja'alnaahoe liennaasie sawaaa'aniel 'aakiefoe fieehie walbaad; wa may yoeried fieehie bie ielhaadiem biezoelmien noezieqhoe mien 'azaabien alieem
22:25 Waarlijk! Wij zullen een pijnlijke straf laten proeven aan de ongelovigen die op de weg van Allah en naar masdjied al Haram (de heilige moskee in Mekka), welke Wij voor de mensheid hebben gemaakt en waar de lokale inwoners en bezoekers gelijk aan elkaar zijn, hinderen en aan degene die zich voorneemt om daar iets slecht te doen.

وَ اِذۡ بَوَّاۡنَا لِاِبۡرٰہِیۡمَ مَکَانَ الۡبَیۡتِ اَنۡ لَّا تُشۡرِکۡ بِیۡ شَیۡئًا وَّ طَہِّرۡ بَیۡتِیَ لِلطَّآئِفِیۡنَ وَ الۡقَآئِمِیۡنَ وَ الرُّکَّعِ السُّجُوۡدِ ﴿۶۲﴾
Wa iez bawwaanaa lie Ibraahieema makaanal Baitie allaa toeshriek biee shai'aw wa tahhier Baitieya lietaaa'iefieena walqaaa' iemieena warroekka 'ies soedjoed
22:26 En (gedenk) toen Wij aan Ibrahiem (Abraham) de locatie van het (Heilige) Huis (de Kabaa in Mekka) lieten zien (zeggende): "Associeer niets met Mij en hou Mijn huis rein voor hen die de 'Tawaaf' verrichten, en die erin staan (voor het gebed), die buigen en prostreren." (Notitie: de Tawaaf is een gebed dat verricht wordt door de Kabaa zeven keer te circuleren. De eerste versie van de Kabaa is door engelen gemaakt. De mensheid begint namelijk bij Adam, zie 3:96. In deze vers geeft Allah de locatie aan voor de weder opbouw van de Kabaa. Zie vers 2:127 voor de heropbouw van de Kabaa.)

وَ اَذِّنۡ فِی النَّاسِ بِالۡحَجِّ یَاۡتُوۡکَ رِجَالًا وَّ عَلٰی کُلِّ ضَامِرٍ یَّاۡتِیۡنَ مِنۡ کُلِّ فَجٍّ عَمِیۡقٍ ﴿۷۲﴾
Wa azzien fien naasie biel Hadjdjie yaatoeka riedjaalaw wa 'alaa koellie daamieriey yaatieena mien koellie fadjdjien 'amieeq
22:27 "En roep op tot het verrichten van de 'Hadj' (de bedevaart) aan de mensen. Ze zullen naar jou toekomen te voet, of (zelfs) op elke magere kameel, vanuit alle (verre) afstanden."

لِّیَشۡہَدُوۡا مَنَافِعَ لَہُمۡ وَ یَذۡکُرُوا اسۡمَ اللّٰہِ فِیۡۤ اَیَّامٍ مَّعۡلُوۡمٰتٍ عَلٰی مَا رَزَقَہُمۡ مِّنۡۢ بَہِیۡمَۃِ الۡاَنۡعَامِ ۚ فَکُلُوۡا مِنۡہَا وَ اَطۡعِمُوا الۡبَآئِسَ الۡفَقِیۡرَ ﴿۸۲﴾
Lie yashhadoe manaafie'a lahoem wa yazkoeroes mal laahie fieee ayyaamiemma'loemaatien 'alaa maa razaqahoem miem bahieematiel an'aamie fakoeloe mienhaa wa at'iemoel baaa'iesal faqieer
22:28 "Zodat ze getuigen mogen zijn van dingen die voor hun van nut zijn. En dat ze de naam van Allah uitspreken op de bekende dagen over het slachtvee waarmee Hij hun voorzien heeft. Dus eet ervan en voedt de armen die het erg moeilijk hebben."

ثُمَّ لۡیَقۡضُوۡا تَفَثَہُمۡ وَ لۡیُوۡفُوۡا نُذُوۡرَہُمۡ وَ لۡیَطَّوَّفُوۡا بِالۡبَیۡتِ الۡعَتِیۡقِ ﴿۹۲﴾
Soemmal yaqdoe tafasahoem wal yoefoe noezoerahoem wal yattawwafoe biel Baitiel 'Atieeq
22:29 "Vervolgens, Laat ze de voorgeschreven verplichtingen (van de hadj) vervullen, hun belofte nakomen en de 'Tawaaf' om het oude huis (de Kabaa) verrichten." (Notitie: Vers 27 t/m 29 zijn aan Ibrahiem geadresseerd. Doordat de Kabaa als een oud huis wordt beschreven, geeft aan dat het huis al eerder bestond en dus ook de hadj rituelen, gezien het eerste huis gemaakt is voor de mensheid (3-96), zie notitie 22:26.)

ذٰلِکَ ٭ وَ مَنۡ یُّعَظِّمۡ حُرُمٰتِ اللّٰہِ فَہُوَ خَیۡرٌ لَّہٗ عِنۡدَ رَبِّہٖ ؕ وَ اُحِلَّتۡ لَکُمُ الۡاَنۡعَامُ اِلَّا مَا یُتۡلٰی عَلَیۡکُمۡ فَاجۡتَنِبُوا الرِّجۡسَ مِنَ الۡاَوۡثَانِ وَ اجۡتَنِبُوۡا قَوۡلَ الزُّوۡرِ ﴿۰۳﴾
Zaalieka wa may yoe'azziem hoeroemaatiel laahie fahoewa ghairoel lahoe 'ienda Rabbieh; wa oehiellat lakoemoel an'aamoe iellaa maa yoetlaa 'alaikoem fadjtanieboer riedjsa mienal awsaanie wadjtanieboe qawlaz zoer
22:30 Dat (zijn de rituelen). En wie de heilige rituelen van Allah eert, dat is beter voor hem bij zijn Heer. Het (nuttigen van) vee is wettig voor jullie gemaakt behalve wat aan jullie (eerder) ontzegt is (zie 6:145). Dus vermijdt de gruweldaad met betrekking tot de afgoden en (ook) het valse woord (leugens, valse verklaringen, etc.).

حُنَفَآءَ لِلّٰہِ غَیۡرَ مُشۡرِکِیۡنَ بِہٖ ؕ وَ مَنۡ یُّشۡرِکۡ بِاللّٰہِ فَکَاَنَّمَا خَرَّ مِنَ السَّمَآءِ فَتَخۡطَفُہُ الطَّیۡرُ اَوۡ تَہۡوِیۡ بِہِ الرِّیۡحُ فِیۡ مَکَانٍ سَحِیۡقٍ ﴿۱۳﴾
Hoenafaaa'a liellaahie ghaira moeshriekieena bieh; wa may yoeshriek biellaahie faka annamaa gharra mienas samaaa'ie fatagh tafoehoet tairoe aw tahwiee biehier rieehoe biee makaanien sahieeq
22:31 (Wees) Zuiver aanbiddend tot Allah, (dus) ken geen deelgenoot aan Hem toe. En wie deelgenoten aan Allah toekent, dan is het als of hij vanuit de lucht valt en door vogels meegesleurd wordt of door de wind geblazen wordt naar een afgelegen plek. (Notitie: Er wordt hier een vergelijking gegeven van aanbidding en levensstandaard. Het zuiver aanbidden van Allah wordt als de hoogste levensstandaard gezien (de hemel), dus geen valse woord, rein eten/leven, rechtvaardig/oprecht zijn en berouw hebben voor je slechte daden. Dus leven op basis van Taqwa (godsvreesheid). Echter, kent men een partner (zoon, afgod, etc.) toe aan Allah als bemiddelaar om voor het onrechtvaardige wat hij doet te bemiddelen, dan is het alsof hij van de hoogste levensstandaard (vanuit de hemel) valt naar de laagste levensstandaard (de grond). Hij heeft geen houvast op basis van kennis (het vallen in de lucht), zijn leven wordt bepaald door zijn eigen wil en de wil van anderen en wordt meegesleurd (vogels, wind) naar alle kanten totdat hij op de grond valt (de laagste levenswijze). Hij zal het nut van het leven niet meer inzien (afgelegen plek), dus ver weg van de zuivere aanbidding van Allah.)

ذٰلِکَ ٭ وَ مَنۡ یُّعَظِّمۡ شَعَآئِرَ اللّٰہِ فَاِنَّہَا مِنۡ تَقۡوَی الۡقُلُوۡبِ ﴿۲۳﴾
Zaalieka wa may yoe'azziem sha'aaa'ieral laahie fa iennahaa mien taqwal qoeloeb
22:32 Dat (is de Hadj). En wie Allah's rituelen eert, waarlijk, (weet dat) het komt door de Taqwa (godsvreesheid) in de harten.

لَکُمۡ فِیۡہَا مَنَافِعُ اِلٰۤی اَجَلٍ مُّسَمًّی ثُمَّ مَحِلُّہَاۤ اِلَی الۡبَیۡتِ الۡعَتِیۡقِ ﴿۳۳﴾
Lakoem fieehaa manaafie'oe ielaaa adjaliem moesamman soemma mahielloehaaa ielal Baitiel 'Atieeq
22:33 Jullie kunnen tot een vastgestelde tijd profiteren (van de offerdieren). Daarna is hun plaats (van opoffering) nabij het oude huis (Kabaa).

وَ لِکُلِّ اُمَّۃٍ جَعَلۡنَا مَنۡسَکًا لِّیَذۡکُرُوا اسۡمَ اللّٰہِ عَلٰی مَا رَزَقَہُمۡ مِّنۡۢ بَہِیۡمَۃِ الۡاَنۡعَامِ ؕ فَاِلٰـہُکُمۡ اِلٰہٌ وَّاحِدٌ فَلَہٗۤ اَسۡلِمُوۡا ؕ وَ بَشِّرِ الۡمُخۡبِتِیۡنَ ﴿۴۳﴾
Wa liekoellie oemmatien dja'alnaa mansakal lieyazkoeroes mal laahie 'alaa maa razaqahoem miem bahieematiel an'aam; failaahoekoem ielaahoew waahiedoen falahoeo asliemoe; wa bashshieriel moeghbietieen
22:34 En voor iedere 'Oemmah' (gemeenschap) hebben Wij een ritueel vastgesteld, zodat ze de naam van Allah zullen uitspreken over het vee welke Hij hen voorzien heeft. Jullie godheid/deïteit is één godheid/deïteit, dus onderwerp aan Hem! En geef het goede nieuws (het paradijs) aan de nederigen.

الَّذِیۡنَ اِذَا ذُکِرَ اللّٰہُ وَجِلَتۡ قُلُوۡبُہُمۡ وَ الصّٰبِرِیۡنَ عَلٰی مَاۤ اَصَابَہُمۡ وَ الۡمُقِیۡمِی الصَّلٰوۃِ ۙ وَ مِمَّا رَزَقۡنٰہُمۡ یُنۡفِقُوۡنَ ﴿۵۳﴾
Allazieena iezaa zoekieral laahoe wadjielat qoeloeboehoem wassaabierieena 'alaa maaa asaabahoem walmoeqieemies Salaatie wa miemmaa razaqnaahoem yoenfieqoen
22:35 Dat zijn degenen, waarvan hun harten vrezen wanneer de naam van Allah genoemd wordt. Die geduldig zijn wat er ook gebeurt. Die het gebed (salaat) onderhouden en die uitgeven van het geen Wij hen voorzien van hebben.

وَ الۡبُدۡنَ جَعَلۡنٰہَا لَکُمۡ مِّنۡ شَعَآئِرِ اللّٰہِ لَکُمۡ فِیۡہَا خَیۡرٌ ٭ۖ فَاذۡکُرُوا اسۡمَ اللّٰہِ عَلَیۡہَا صَوَآفَّ ۚ فَاِذَا وَجَبَتۡ جُنُوۡبُہَا فَکُلُوۡا مِنۡہَا وَ اَطۡعِمُوا الۡقَانِعَ وَ الۡمُعۡتَرَّ ؕ کَذٰلِکَ سَخَّرۡنٰہَا لَکُمۡ لَعَلَّکُمۡ تَشۡکُرُوۡنَ ﴿۶۳﴾
Walboedna dja'alnaahaa lakoem mien sha'aaa'ieriel laahie lakoem fieehaa ghairoen fazkoeroesmal laahie 'alaihaa sawaaff; fa iezaa wadjabat djoenoeboehaa fakoeloe mienhaa wa at'iemoel qaanie'a walmoe'tarr; kazaalieka saghgharnaahaa lakoem la'allakoem tashkoeroen
22:36 En (wat betreft) de kamelen, Wij hebben deze voor jullie gemaakt als (offer) symbolen van Allah, waarin het goede voor jullie is. Noem dus de naam van Allah over hen wanneer ze in rijen staan (om geofferd te worden) en wanneer ze op hun zij liggen. Eet vervolgens van hen en voed de behoeftige die niet vragen en de behoeftige die vragen. Wij hebben hen ten dienste voor jullie gemaakt zodat jullie dankbaar kunnen zijn.

لَنۡ یَّنَالَ اللّٰہَ لُحُوۡمُہَا وَ لَا دِمَآؤُہَا وَ لٰکِنۡ یَّنَالُہُ التَّقۡوٰی مِنۡکُمۡ ؕ کَذٰلِکَ سَخَّرَہَا لَکُمۡ لِتُکَبِّرُوا اللّٰہَ عَلٰی مَا ہَدٰىکُمۡ ؕ وَ بَشِّرِ الۡمُحۡسِنِیۡنَ ﴿۷۳﴾
Lay yanaalal laaha loehoe moehaa wa laa diemaaa'oehaa wa laakiey yanaaloehoet taqwaa mien-koem; kazaalieka saghgharhaa lakoem lietoekabbieroel laaha 'alaa ma hadaakoem; wa bashshieroel moehsienieen
22:37 Het is noch hun vlees, noch hun bloed wat Allah bereikt, maar het is de godsvreesheid van jullie wat Hem bereikt. Aldus, heeft Hij hen aan jullie dienstbaar gemaakt zodat jullie Allah's grootheid uitspreken voor de leiding die Hij jullie heeft geschonken. En geef het goede nieuws (paradijs) aan degenen die goed doen.

اِنَّ اللّٰہَ یُدٰفِعُ عَنِ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا ؕ اِنَّ اللّٰہَ لَا یُحِبُّ کُلَّ خَوَّانٍ کَفُوۡرٍ ﴿۸۳﴾
Innal laaha yoedaafie' 'aniel lazieena aamanoe; iennal laaha laa yoehiebboe koella ghawwaanien kafoer
22:38 Waarlijk, Allah beschermt de gelovigen. Voorzeker, Allah heeft geen enkel ondankbare verrader (hypocrieten) lief .

اُذِنَ لِلَّذِیۡنَ یُقٰتَلُوۡنَ بِاَنَّہُمۡ ظُلِمُوۡا ؕ وَ اِنَّ اللّٰہَ عَلٰی نَصۡرِہِمۡ لَقَدِیۡرُۨ ﴿۹۳﴾
Oeziena liellazieena yoeqaataloena bie annahoem zoeliemoe; wa iennal laaha 'alaa nasriehiem la Qadier
22:39 Toestemming om te vechten wordt gegeven aan degenen die bevochten worden, omdat hen onrecht is aangedaan. Waarlijk, Allah is instaat om hen de overwinning te geven (zonder dat er gevochten hoeft te worden). (Notitie: Allah beproeft en verhoogt gelovigen van status door toestemming te geven om terug te vechten aan hen waarop onrecht is aan gedaan, zie 47:4-6.)

الَّذِیۡنَ اُخۡرِجُوۡا مِنۡ دِیَارِہِمۡ بِغَیۡرِ حَقٍّ اِلَّاۤ اَنۡ یَّقُوۡلُوۡا رَبُّنَا اللّٰہُ ؕ وَ لَوۡ لَا دَفۡعُ اللّٰہِ النَّاسَ بَعۡضَہُمۡ بِبَعۡضٍ لَّہُدِّمَتۡ صَوَامِعُ وَ بِیَعٌ وَّ صَلَوٰتٌ وَّ مَسٰجِدُ یُذۡکَرُ فِیۡہَا اسۡمُ اللّٰہِ کَثِیۡرًا ؕ وَ لَیَنۡصُرَنَّ اللّٰہُ مَنۡ یَّنۡصُرُہٗ ؕ اِنَّ اللّٰہَ لَقَوِیٌّ عَزِیۡزٌ ﴿۰۴﴾
Allazieena oeghriedjoe mien dieyaariehiem bieghairie haqqien iellaaa ay yaqoeloe rabboenallaah; wa law laa daf'oel laahien naasa ba'dahoem bieba'diel lahoeddiemat sawaamie'oe wa bieya'oew wa salawaatoew wa masaadjiedoe yoezkaroe fieehasmoel laahie kasieeraa; wa layansoerannal laahoe may yansoeroeh; iennal laaha la qawieyyoen 'Azieez
22:40 Zij zijn degenen die ten onrechte uit hun huizen zijn verdreven, alleen omdat ze zeiden: "Allah is onze Heer." Als Allah (het geweld van) sommige mensen niet door anderen zou tegenhouden/verhinderen, dan zouden kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin de naam van Allah veelvuldig wordt genoemd, vernietigd zijn. Waarlijk, Allah zal de overwinning geven aan hen die Zijn wetten hanteren (het monotheïsme). Voorzeker, Allah is Al-Qawiy (Degene Die boven alle beperkingen staat. Zijn kracht is oppermachtig, onbeperkt en onuitputtelijk), Al-Aziez (de Al-Machtige). (Notitie: zie ook 2:251.)

اَلَّذِیۡنَ اِنۡ مَّکَّنّٰہُمۡ فِی الۡاَرۡضِ اَقَامُوا الصَّلٰوۃَ وَ اٰتَوُا الزَّکٰوۃَ وَ اَمَرُوۡا بِالۡمَعۡرُوۡفِ وَ نَہَوۡا عَنِ الۡمُنۡکَرِ ؕ وَ لِلّٰہِ عَاقِبَۃُ الۡاُمُوۡرِ ﴿۱۴﴾
Allazieena iem makkan naahoem fiel ardie aqaamoes Salaata wa aatawoez Zakaata wa amaroe bielma'roefie wa nahaw 'aniel moen-kar; wa liellaahie 'aaqiebatoel oemoer
22:41 (Zij zijn) degenen die, als Wij hen vestigen (als macht hebbers) op de aarde, dan zullen ze het gebed onderhouden, de zakaat (arme belasting) geven, het goede bevelen en het slechte verbieden. En bij Allah ligt het eind besluit van alle zaken. (Notitie: Allah is Al-Qayoem: de Onderhouder, Voorziener, Degenen die de leiding heeft over alles.)

وَ اِنۡ یُّکَذِّبُوۡکَ فَقَدۡ کَذَّبَتۡ قَبۡلَہُمۡ قَوۡمُ نُوۡحٍ وَّ عَادٌ وَّ ثَمُوۡدُ ﴿۲۴﴾
Wa iey yoekazzieboeka faqad kazzabat qablahoem qawmoe Noehiew wa Aadoew wa Samoed
22:42 En als ze jou (Mohammed v.z.m.h) ontkennen, waarlijk, weet dan dat de generaties voor hen ook (de boodschappers) ontkenden, (zoals) het volk van Noeh (Noach), het volk Aad en Thamoed,

وَ قَوۡمُ اِبۡرٰہِیۡمَ وَ قَوۡمُ لُوۡطٍ ﴿۳۴﴾
Wa qawmoe Ibraahieema wa qawmoe Loet
22:43 het volk van Ibrahiem (Abraham) en van Loeth (Lot),

وَّ اَصۡحٰبُ مَدۡیَنَ ۚ وَ کُذِّبَ مُوۡسٰی فَاَمۡلَیۡتُ لِلۡکٰفِرِیۡنَ ثُمَّ اَخَذۡتُہُمۡ ۚ فَکَیۡفَ کَانَ نَکِیۡرِ ﴿۴۴﴾
Wa as haaboe Madyana wa koezzieba Moesaa fa amlaitoe lielkaafierieena soemma aghaztoehoem fakaifa kaana nakieer
22:44 de inwoners van Madyan, en Moesa (Mozes) werd ontkent (als boodschapper). Ik verleende dus de ongelovigen uitstel, vervolgens greep Ik hen en weet hoe (zwaar) Mijn straf was.

فَکَاَیِّنۡ مِّنۡ قَرۡیَۃٍ اَہۡلَکۡنٰہَا وَ ہِیَ ظَالِمَۃٌ فَہِیَ خَاوِیَۃٌ عَلٰی عُرُوۡشِہَا وَ بِئۡرٍ مُّعَطَّلَۃٍ وَّ قَصۡرٍ مَّشِیۡدٍ ﴿۵۴﴾
Faka ayyiem mien qaryatien ahlaknaahaa wa hieya zaaliematoen fahieya ghaawieyatoen 'alaa 'oeroeshiehaa wa bie'riem moe'at talatiew wa qasriem mashieed
22:45 En zie hoeveel steden hebben Wij vernietigd, omdat het (de inwoners ervan) onrecht pleegden. Dus ligt het (nu) in puin, met verlaten putten en verlaten hoge kastelen.

اَفَلَمۡ یَسِیۡرُوۡا فِی الۡاَرۡضِ فَتَکُوۡنَ لَہُمۡ قُلُوۡبٌ یَّعۡقِلُوۡنَ بِہَاۤ اَوۡ اٰذَانٌ یَّسۡمَعُوۡنَ بِہَا ۚ فَاِنَّہَا لَا تَعۡمَی الۡاَبۡصَارُ وَ لٰکِنۡ تَعۡمَی الۡقُلُوۡبُ الَّتِیۡ فِی الصُّدُوۡرِ ﴿۶۴﴾
Afalam yasieeroe fiel ardie fatakoena lahoem qoeloeboey ya'qieloena biehaaa aw aazaanoey yasma'oena biehaa fa iennahaa laa ta'mal absaaroe wa laakien ta'mal qoeloeboel latiee fiessoedoer
22:46 Hebben ze dan niet op de aarde gereisd en hebben ze geen harten om te begrijpen of oren om ermee te horen? Voorzeker, het zijn niet de ogen die blind zijn, maar de harten in de borsten die zijn blind.

وَ یَسۡتَعۡجِلُوۡنَکَ بِالۡعَذَابِ وَ لَنۡ یُّخۡلِفَ اللّٰہُ وَعۡدَہٗ ؕ وَ اِنَّ یَوۡمًا عِنۡدَ رَبِّکَ کَاَلۡفِ سَنَۃٍ مِّمَّا تَعُدُّوۡنَ ﴿۷۴﴾
Wa yasta'djieloenaka biel'azaabie wa lay yoeghliefal laahoe wa'dah; wa ienna yawman 'ienda Rabbieka ka'alfie sanatiem miemmaa ta'oeddoen
22:47 En ze vragen jou om de straf (dag des oordeels) te bespoedigen. Echter, Allah zal Zijn belofte niet verbreken. En Voorzeker, een dag bij jouw Heer is net als duizend jaren zoals jullie tellen.

وَ کَاَیِّنۡ مِّنۡ قَرۡیَۃٍ اَمۡلَیۡتُ لَہَا وَ ہِیَ ظَالِمَۃٌ ثُمَّ اَخَذۡتُہَا ۚ وَ اِلَیَّ الۡمَصِیۡرُ ﴿۸۴﴾
Wa ka ayyiem mien qaryatien amlaitoe lahaa wa hieya zaaliematoen soemma aghaztoehaa wa ielaiyal masieer
22:48 En veel steden gaf Ik uitstel, terwijl ze onrecht pleegden. Vervolgens, greep Ik het. En tot Mij is de terugkeer.

قُلۡ یٰۤاَیُّہَا النَّاسُ اِنَّمَاۤ اَنَا لَکُمۡ نَذِیۡرٌ مُّبِیۡنٌ ﴿۹۴﴾
Qoel yaaa ayyoehan naasoe iennamaaa ana lakoem nazieeroem moebieen
22:49 Zeg: "O Mensen! Ik ben alleen een duidelijke waarschuwer voor jullie."

فَالَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ لَہُمۡ مَّغۡفِرَۃٌ وَّ رِزۡقٌ کَرِیۡمٌ ﴿۰۵﴾
Fallazieena aamanoe wa 'amieloes saaliehaatie lahoem maghfieratoew wa riezqoen karieem
22:50 "Dus degenen die geloven (in de eenheid van Allah, monotheïsme) en die goede daden doen, voor hen is er vergeving en een nobele voorziening (het paradijs)."

وَ الَّذِیۡنَ سَعَوۡا فِیۡۤ اٰیٰتِنَا مُعٰجِزِیۡنَ اُولٰٓئِکَ اَصۡحٰبُ الۡجَحِیۡمِ ﴿۱۵﴾
Wallazieena sa'aw fieee Aayaatienaa moe'aadjiezieena oelaaa ieka As-haaboel djahieem
22:51 "Echter, degenen die tegen Onze Ayat (tekenen, verzen) handelden om problemen te veroorzaken, zullen bewoners van het vuur zijn."

وَ مَاۤ اَرۡسَلۡنَا مِنۡ قَبۡلِکَ مِنۡ رَّسُوۡلٍ وَّ لَا نَبِیٍّ اِلَّاۤ اِذَا تَمَنّٰۤی اَلۡقَی الشَّیۡطٰنُ فِیۡۤ اُمۡنِیَّتِہٖ ۚ فَیَنۡسَخُ اللّٰہُ مَا یُلۡقِی الشَّیۡطٰنُ ثُمَّ یُحۡکِمُ اللّٰہُ اٰیٰتِہٖ ؕ وَ اللّٰہُ عَلِیۡمٌ حَکِیۡمٌ ﴿۲۵﴾
Wa maaa arsalnaa mien qablieka mier Rasoelienw wa laa Nabieyyien iellaaa iezaaa tamannaaa alqash Shaitaanoe fieee oemniey yatiehiee fa yansaghoel laahoe maa yoelqiesh Shaitaanoe soemma yoehkiemoel laahoe aayaatieh; wallaahoe 'Alieemoen Hakieem
22:52 En bij de generaties voor jou, stuurden Wij een boodschapper of een profeet (naar een gemeenschap), maar de satan beïnvloede zijn verlangen (om mensen te leiden of een compromis te sluiten). Echter, Allah heft datgeen wat de satan inbrengt op, vervolgens vestigt Allah Zijn verzen. Allah is Al-Aliem (Al-Wetend), Al-Hakiem (Al-Wijs). (Notitie: zie 17:73-74 m.b.t. het sluiten van een compromis. Zie 2:272 m.b.t. de leiding. De openbaring van de Koran heeft geen enkele invloed gehad van de satan, zie 16:98 en 26:210-212.)

لِّیَجۡعَلَ مَا یُلۡقِی الشَّیۡطٰنُ فِتۡنَۃً لِّلَّذِیۡنَ فِیۡ قُلُوۡبِہِمۡ مَّرَضٌ وَّ الۡقَاسِیَۃِ قُلُوۡبُہُمۡ ؕ وَ اِنَّ الظّٰلِمِیۡنَ لَفِیۡ شِقَاقٍۭ بَعِیۡدٍ ﴿۳۵﴾
Lieyadj'ala maa yoelqiesh Shaitaanoe fietnatal liellazieena fiee qoeloebiehiem maradoew walqaasieyatie qoeloeboehoem; wa iennaz zaaliemieena lafiee shieqaaqiem ba'ieed
22:53 (Dit laat Allah toe), zodat datgeen wat de satan inbrengt een beproeving wordt voor degenen met een ziekte in hun harten of die hun harten hebben verhard. Voorzeker, de onrechtplegers verkeren in vergaande schisma (opsplitsing in groepen door onenigheid tussen de groepen).

وَّ لِیَعۡلَمَ الَّذِیۡنَ اُوۡتُوا الۡعِلۡمَ اَنَّہُ الۡحَقُّ مِنۡ رَّبِّکَ فَیُؤۡمِنُوۡا بِہٖ فَتُخۡبِتَ لَہٗ قُلُوۡبُہُمۡ ؕ وَ اِنَّ اللّٰہَ لَہَادِ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡۤا اِلٰی صِرَاطٍ مُّسۡتَقِیۡمٍ ﴿۴۵﴾
Wa lieya'lamal lazieena oetoel 'ielma annahoel haqqoe mier Rabbieka fa yoe'mienoe biehiee fatoeghbieta lahoe qoeloeboehoem; wa iennal laaha lahaadiel lazieena aamanoe ielaa Sieraatiem Moestaqieem
22:54 En zodat degene die kennis hebben gekregen, weten dat het de waarheid van de Heer is. Ze geloven erin, zodat hun harten er nederig aan onderwerpen. Voorzeker, Allah is zeker de Gids voor de gelovigen naar het rechte pad.

وَ لَا یَزَالُ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا فِیۡ مِرۡیَۃٍ مِّنۡہُ حَتّٰی تَاۡتِیَہُمُ السَّاعَۃُ بَغۡتَۃً اَوۡ یَاۡتِیَہُمۡ عَذَابُ یَوۡمٍ عَقِیۡمٍ ﴿۵۵﴾
Wa laa yazaaloel lazieena kafaroe fiee mieryatiem mienhoe hattaa taatieyahoemoes Saa'atoe baghtatan aw yaatieyahoem 'azaaboe Yawmien 'aqieem
22:55 En de ongelovigen zullen niet stoppen met het twijfelen eraan totdat het uur (des oordeels) plotseling tot hen komt of de straf van een zware dag.

اَلۡمُلۡکُ یَوۡمَئِذٍ لِّلّٰہِ ؕ یَحۡکُمُ بَیۡنَہُمۡ ؕ فَالَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ فِیۡ جَنّٰتِ النَّعِیۡمِ ﴿۶۵﴾
Almoelkoe Yawma'ieziel liellaahie yahkoemoe bainahoem; fallazieena aamanoe wa 'amieloes saaliehaatie fiee djannaatien Na'ieem
22:56 De heerschappij op die dag zal alleen tot Allah behoren. Hij zal tussen hen berechten. Dus degenen die geloven en goede daden verrichtten zullen in de tuinen van gelukzaligheid zijn.

وَ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا وَ کَذَّبُوۡا بِاٰیٰتِنَا فَاُولٰٓئِکَ لَہُمۡ عَذَابٌ مُّہِیۡنٌ ﴿۷۵﴾
Wallazieena kafaroe wa kazzaboe bie Aayaatienaa fa oelaaa'ieka lahoem 'azaaboem moehieen
22:57 En degenen die niet geloofden en Onze tekenen/verzen verworpen, voor hen zal er een vernederde straf zijn.

وَ الَّذِیۡنَ ہَاجَرُوۡا فِیۡ سَبِیۡلِ اللّٰہِ ثُمَّ قُتِلُوۡۤا اَوۡ مَاتُوۡا لَیَرۡزُقَنَّہُمُ اللّٰہُ رِزۡقًا حَسَنًا ؕ وَ اِنَّ اللّٰہَ لَہُوَ خَیۡرُ الرّٰزِقِیۡنَ ﴿۸۵﴾
Wallazieena haadjaroe fiee sabieeliel laahie soemma qoetieloeo aw maatoe la yarzoeqan nahoemoel laahoe riezqan hasanaa; wa iennal laaha la Hoewa ghairoer raazieqieen
22:58 En degenen die emigreerde op de weg van Allah en vervolgens gedood werden of stierven, waarlijk, Allah zal hen een goede voorziening geven. Voorzeker, Allah is de beste Voorziener.

لَیُدۡخِلَنَّہُمۡ مُّدۡخَلًا یَّرۡضَوۡنَہٗ ؕ وَ اِنَّ اللّٰہَ لَعَلِیۡمٌ حَلِیۡمٌ ﴿۹۵﴾
La yoedghielan nahoem moed ghalay yardawnah; wa iennal laaha la 'Alieemoen Halieem
22:59 Waarlijk, Hij zal hen binnenlaten bij een ingang dat hen blij zal maken. En voorzeker, Allah is Al-Aliem (Al-Wetend), Al-Haliem (de meest Verdraagzame).

ذٰلِکَ ۚ وَ مَنۡ عَاقَبَ بِمِثۡلِ مَا عُوۡقِبَ بِہٖ ثُمَّ بُغِیَ عَلَیۡہِ لَیَنۡصُرَنَّہُ اللّٰہُ ؕ اِنَّ اللّٰہَ لَعَفُوٌّ غَفُوۡرٌ ﴿۰۶﴾
Zaalieka wa man 'aaqaba biemieslie maa 'oeqieba biehiee soemma boeghieya 'alaihie la yansoerannahoel laah; iennal laaha la 'Afoewwoen Ghafoer
22:60 Dat (is hoe het zal zijn). En wie het gelijke aan handeling terug doet, voor datgeen waarvoor hij geleden heeft, en vervolgens is er weer onrecht op hem aangedaan, (weet dat) Allah hem zeker zal helpen. Waarlijk! Allah is Al-Afoew (de Vergever), Al-Gafoer (de meest Vergevensgezinde). (Notitie: Allah ziet alles wat er dag en nacht gebeurt. Hij ziet het onrecht en de wraak acties die gedaan worden. Hij helpt de mensen die tot Hem keren voor het vragen om rechtvaardige berechting.)

ذٰلِکَ بِاَنَّ اللّٰہَ یُوۡلِجُ الَّیۡلَ فِی النَّہَارِ وَ یُوۡلِجُ النَّہَارَ فِی الَّیۡلِ وَ اَنَّ اللّٰہَ سَمِیۡعٌۢ بَصِیۡرٌ ﴿۱۶﴾
Zaalieka bie annal laaha yoeliedjoel laila fien nahaarie wa yoeliedjoen nahaara fiel lailie wa annal laaha Samiee'oem Basieer
22:61 Dat is omdat Allah, de nacht doet overgaan in de dag en de dag doet overgaan in de nacht. Voorzeker, Allah is As-Samie'oe (de Al-Horende), Al-Basier (de Al-Ziende).

ذٰلِکَ بِاَنَّ اللّٰہَ ہُوَ الۡحَقُّ وَ اَنَّ مَا یَدۡعُوۡنَ مِنۡ دُوۡنِہٖ ہُوَ الۡبَاطِلُ وَ اَنَّ اللّٰہَ ہُوَ الۡعَلِیُّ الۡکَبِیۡرُ ﴿۲۶﴾
Zaalieka bie annal laaha Hoewal haqqoe wa anna maa yad'oena mien doeniehiee hoewal baatieloe wa annal laaha Hoewal 'Alieyyoel kabieer
22:62 Dat is omdat Allah, Hij is de Waarheid! Datgeen wat ze naast Hem aanroepen is de valsheid. En waarlijk, Allah is Al-A'lee (de meest Verhevene), Al-Kabier (de Grootste).

اَلَمۡ تَرَ اَنَّ اللّٰہَ اَنۡزَلَ مِنَ السَّمَآءِ مَآءً ۫ فَتُصۡبِحُ الۡاَرۡضُ مُخۡضَرَّۃً ؕ اِنَّ اللّٰہَ لَطِیۡفٌ خَبِیۡرٌ ﴿۳۶﴾
Alam tara annal laaha anzala mienas samaaa'ie maaa'an fatoesbiehoel ardoe moeghdarrah; iennal laaha Latieefoen ghabieer
22:63 Zie je niet dat Allah water uit de hemel neerzendt, vervolgens wordt de aarde groen? Voorzeker, Allah is Al-Latief (De meest Subtiele. Degene die het meest op de hoogte is van de meest verfijnde details. Zijn acties zijn zo verfijnd en subtiel dat het ons begrip te boven gaat), Al-Ghabier (Degene Die alles kent, zowel innerlijk en uiterlijk. Hij is Degene die de perfecte kennis en begrip heeft over de werkelijke toestand, de interne kwaliteiten en de betekenissen van alles wat is geschapen).

لَہٗ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الۡاَرۡضِ ؕ وَ اِنَّ اللّٰہَ لَہُوَ الۡغَنِیُّ الۡحَمِیۡدُ ﴿۴۶﴾
Lahoe ma fies samaawaatie wa ma fiel ard; wa iennal laaha la Hoewal Ghanieyyoel Hamieed
22:64 Aan Hem behoort alles wat er in de hemelen en op de aarde is. Voorzeker, Allah is Al-Ghanie (Degene die niets en niemand nodig heeft en iedereen heeft hem nodig), Al-Hameed (Degene waar alle dank en lof aan toebehoort).

اَلَمۡ تَرَ اَنَّ اللّٰہَ سَخَّرَ لَکُمۡ مَّا فِی الۡاَرۡضِ وَ الۡفُلۡکَ تَجۡرِیۡ فِی الۡبَحۡرِ بِاَمۡرِہٖ ؕ وَ یُمۡسِکُ السَّمَآءَ اَنۡ تَقَعَ عَلَی الۡاَرۡضِ اِلَّا بِاِذۡنِہٖ ؕ اِنَّ اللّٰہَ بِالنَّاسِ لَرَءُوۡفٌ رَّحِیۡمٌ ﴿۵۶﴾
Alam tara annal laaha saghghara lakoem maa fiel ardie wal foelka tadjriee fiel bahrie bie amriehiee wa yoemsiekoes samaaa'a an taqa'a 'alal ardie iellaa bieieznieh; iennal laaha biennaasie la Ra'oefoer Rahieem
22:65 Zie je niet dat Allah alles wat op aarde is ten diensten voor jullie heeft gesteld? De schepen varen op de zee met Zijn toestemming. Hij houdt de hemel tegen anders zou het op de aarde vallen, dit wordt alleen voorkomen door Zijn toestemming. Voorzeker, Allah is voor de mensheid Ar-Raoef (het meest Vriendelijk), Ar-Rahiem (zeer Barmhartig naar gelovigen toe). (Notitie: zie ook 35:41)

وَ ہُوَ الَّذِیۡۤ اَحۡیَاکُمۡ ۫ ثُمَّ یُمِیۡتُکُمۡ ثُمَّ یُحۡیِیۡکُمۡ ؕ اِنَّ الۡاِنۡسَانَ لَکَفُوۡرٌ ﴿۶۶﴾
Wa Hoewal laziee ahyaakoem soemma yoemieetoekoem soemma yoehyieekoem; iennal iensaana la kafoer
22:66 Hij is Degene Die jullie het leven gaf, vervolgens zal Hij jullie doen sterven. Daarna zal Hij jullie (weer het) leven geven. Waarlijk, de mensheid is zeer ondankbaar.

لِکُلِّ اُمَّۃٍ جَعَلۡنَا مَنۡسَکًا ہُمۡ نَاسِکُوۡہُ فَلَا یُنَازِعُنَّکَ فِی الۡاَمۡرِ وَ ادۡعُ اِلٰی رَبِّکَ ؕ اِنَّکَ لَعَلٰی ہُدًی مُّسۡتَقِیۡمٍ ﴿۷۶﴾
Liekoellie oemmatien dja'alnaa mansakan hoem naasiekoehoe falaa yoenaazie 'oennaka fiel amr; wad'oe ielaa Rabbieka iennaka la 'alaa hoedan moestaqieem
22:67 Voor elk gemeenschap hebben Wij rituelen gemaakt die ze moeten opvolgen. Dus ga niet in discussie met hen over de kwestie (gerelateerd aan de rituelen), maar vertel de bepaling van jouw Heer. Voorzeker, jij volgt zonder twijfel de juiste leiding.

وَ اِنۡ جٰدَلُوۡکَ فَقُلِ اللّٰہُ اَعۡلَمُ بِمَا تَعۡمَلُوۡنَ ﴿۸۶﴾
Wa ien djaadaloeka faqoeliel laahoe a'lamoe biemaa ta'maloen
22:68 En als ze met jou (proberen) ruzie (te) maken, zeg dan: "Allah weet alles wat jullie doen."

اَللّٰہُ یَحۡکُمُ بَیۡنَکُمۡ یَوۡمَ الۡقِیٰمَۃِ فِیۡمَا کُنۡتُمۡ فِیۡہِ تَخۡتَلِفُوۡنَ ﴿۹۶﴾
Allaahoe yahkoemoe bainakoem Yawmal Qieyaamatie fieemaa koentoem fieehie taghtaliefoen
22:69 "Allah zal op de dag van de wederopstanding tussen jullie oordelen waarin jullie (van mening/handelwijze) verschilden."

اَلَمۡ تَعۡلَمۡ اَنَّ اللّٰہَ یَعۡلَمُ مَا فِی السَّمَآءِ وَ الۡاَرۡضِ ؕ اِنَّ ذٰلِکَ فِیۡ کِتٰبٍ ؕ اِنَّ ذٰلِکَ عَلَی اللّٰہِ یَسِیۡرٌ ﴿۰۷﴾
Alam ta'lam annal laaha ya'lamoe maa fies samaaa'ie wal ard; ienna zaalieka fiee kietaab; ienna zaalieka 'alal laahie yasieer
22:70 Weet je niet dat Allah op de hoogte is van alles wat er de hemelen en op de aarde is (en gebeurt, ongeacht de tijd)? Voorzeker, dat (alles) staat vermeld in een Boek (Lawh Al-Mahfuz). Waarlijk, dat (op de hoogte zijn van alles) is (dus) voor Allah gemakkelijk.

وَ یَعۡبُدُوۡنَ مِنۡ دُوۡنِ اللّٰہِ مَا لَمۡ یُنَزِّلۡ بِہٖ سُلۡطٰنًا وَّ مَا لَیۡسَ لَہُمۡ بِہٖ عِلۡمٌ ؕ وَ مَا لِلظّٰلِمِیۡنَ مِنۡ نَّصِیۡرٍ ﴿۱۷﴾
Wa ya'boedoena mien doeniel laahie maa lam yoenazziel biehiee soeltaanaw wa maa laisa lahoem biehiee 'ielm; wa maa liezzaaliemieena mien nasieer
22:71 En ze aanbidden (iets) naast Allah waarvoor Hij geen enkel toestemming heeft gegeven, noch (aanbidden ze het) op basis van enige kennis die ze erover hebben. Er zal voor de onrechtplegers geen enkel helper zijn. (Notitie: aanbidding van iets naast Allah wordt meestal geïntroduceerd om onrecht naar het volk te rechtvaardigen.)

وَ اِذَا تُتۡلٰی عَلَیۡہِمۡ اٰیٰتُنَا بَیِّنٰتٍ تَعۡرِفُ فِیۡ وُجُوۡہِ الَّذِیۡنَ کَفَرُوا الۡمُنۡکَرَ ؕ یَکَادُوۡنَ یَسۡطُوۡنَ بِالَّذِیۡنَ یَتۡلُوۡنَ عَلَیۡہِمۡ اٰیٰتِنَا ؕ قُلۡ اَفَاُنَبِّئُکُمۡ بِشَرٍّ مِّنۡ ذٰلِکُمۡ ؕ اَلنَّارُ ؕ وَعَدَہَا اللّٰہُ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا ؕ وَ بِئۡسَ الۡمَصِیۡرُ ﴿۲۷﴾
Wa iezaa toetlaa 'alaihiem Aayaatoenaa baiyienaatien ta'riefoe fiee woedjoehiel lazieena kafaroel moen-kara yakaadoena yastoena biel lazieena yatloena 'alaihiem Aayaatienaa; qoel afa oenab bie'oekoem biesharriem mien zaaliekoem; an Naaroe wa 'adahal laahoel lazieena kafaroe wa bie'sal masieer
22:72 En wanneer Onze duidelijke verzen voor hen worden opgelezen, dan zie je de afkeuring op de gezichten van de ongelovigen. Ze staan op het punt om degenen, die Onze verzen voor hen voorlezen, aan te vallen. Zeg: "Zal ik jullie informeren over iets slechter dan dat? Het vuur! Allah heeft het aan de ongelovigen belooft. Ellendig is de bestemming!"

یٰۤاَیُّہَا النَّاسُ ضُرِبَ مَثَلٌ فَاسۡتَمِعُوۡا لَہٗ ؕ اِنَّ الَّذِیۡنَ تَدۡعُوۡنَ مِنۡ دُوۡنِ اللّٰہِ لَنۡ یَّخۡلُقُوۡا ذُبَابًا وَّ لَوِ اجۡتَمَعُوۡا لَہٗ ؕ وَ اِنۡ یَّسۡلُبۡہُمُ الذُّبَابُ شَیۡئًا لَّا یَسۡتَنۡقِذُوۡہُ مِنۡہُ ؕ ضَعُفَ الطَّالِبُ وَ الۡمَطۡلُوۡبُ ﴿۳۷﴾
Yaaa ayyoehan naasoe doerieba masaloen fastamie'oe lah; iennal lazieena tad'oena mien doeniel laahie lay yaghloeqoe zoebaabaw wa lawiedjtama'oe lahoe wa iey yasloeb hoemoez zoebaaboe shai'an laa yastanqiezoehoe mienh; da'oefat taalieboe wal matloeb
22:73 O mensen! Er wordt een voorbeeld gegeven, dus luister er naar. Voorzeker, (ten eerste) degenen die jullie aanroepen naast Allah kunnen nooit een vlieg scheppen, zelfs niet als ze allemaal te samen komen. En (ten tweede), als een vlieg iets van hun zou afpakken, dan kunnen ze het niet terugpakken. Dus zwak zijn degenen die zoeken (naar gunsten van de afgoden) en machteloos zijn de afgoden.

مَا قَدَرُوا اللّٰہَ حَقَّ قَدۡرِہٖ ؕ اِنَّ اللّٰہَ لَقَوِیٌّ عَزِیۡزٌ ﴿۴۷﴾
Maa qadroel laaha haqqa qadrieh; iennal laaha la Qawieyyoen 'Azieez
22:74 Ze hebben (de grootheid van) Allah dat hem toebehoort niet op waarde geschat. Voorzeker, Allah is zeker Al-Qawiy (De sterkste), Al-Aziez (de Almachtige).

اَللّٰہُ یَصۡطَفِیۡ مِنَ الۡمَلٰٓئِکَۃِ رُسُلًا وَّ مِنَ النَّاسِ ؕ اِنَّ اللّٰہَ سَمِیۡعٌۢ بَصِیۡرٌ ﴿۵۷﴾
Allahoe yastafiee mienal malaaa'iekatie Roesoelaw wa mienan naas; iennal laaha Samiee'oen Basieer
22:75 Allah kiest boodschappers uit de engelen en uit de mensen. Voorzeker, Allah is As-Samie (de Alhorende), Al-Basier (de Alziende).

یَعۡلَمُ مَا بَیۡنَ اَیۡدِیۡہِمۡ وَ مَا خَلۡفَہُمۡ ؕ وَ اِلَی اللّٰہِ تُرۡجَعُ الۡاُمُوۡرُ ﴿۶۷﴾
Ya'lamoe maa baina aydieehiem wa maa ghalfahoem; wa ielal laahie toerdja'oel oemoer
22:76 Hij weet wat vóór hen is (wat in de toekomst gaat gebeuren) en wat achter hen is (wat al gebeurt is). Tot Allah worden alle zaken teruggebracht.

یٰۤاَیُّہَا الَّذِیۡنَ اٰمَنُوا ارۡکَعُوۡا وَ اسۡجُدُوۡا وَ اعۡبُدُوۡا رَبَّکُمۡ وَ افۡعَلُوا الۡخَیۡرَ لَعَلَّکُمۡ تُفۡلِحُوۡنَ ﴿۷۷﴾
Yaaa ayyoehal lazieena aamanoer ka'oe wasdjoedoe wa'boedoe Rabbakoem waf'aloel ghaira la'allakoem toefliehoen
22:77 O geloven! Doe de 'Roekoe' (het buigen tijdens het gebed), prostreer, aanbid jullie Heer en doe het goede zodat jullie kunnen groeien in succes. (Notitie: Prostratie/Sajdah Tilawat is vereist.)

وَ جَاہِدُوۡا فِی اللّٰہِ حَقَّ جِہَادِہٖ ؕ ہُوَ اجۡتَبٰىکُمۡ وَ مَا جَعَلَ عَلَیۡکُمۡ فِی الدِّیۡنِ مِنۡ حَرَجٍ ؕ مِلَّۃَ اَبِیۡکُمۡ اِبۡرٰہِیۡمَ ؕ ہُوَ سَمّٰىکُمُ الۡمُسۡلِمِیۡنَ ۬ۙ مِنۡ قَبۡلُ وَ فِیۡ ہٰذَا لِیَکُوۡنَ الرَّسُوۡلُ شَہِیۡدًا عَلَیۡکُمۡ وَ تَکُوۡنُوۡا شُہَدَآءَ عَلَی النَّاسِ ۚۖ فَاَقِیۡمُوا الصَّلٰوۃَ وَ اٰتُوا الزَّکٰوۃَ وَ اعۡتَصِمُوۡا بِاللّٰہِ ؕ ہُوَ مَوۡلٰىکُمۡ ۚ فَنِعۡمَ الۡمَوۡلٰی وَ نِعۡمَ النَّصِیۡرُ ﴿۸۷﴾
Wa djaahiedoe fiel laahie haqqa djiehaadieh; Hoewadj tabaakoem wa maa dja'ala 'alaikoem fied dieenie mien haradj; Miellata abieekoem Ibraahieem; Hoewa sammaakoemoel moesliemieena mien qabloe wa fiee haaza lie yakoenar Rasoeloe shahieedan 'alaikoem wa takoenoe shoehadaaa'a 'alan naas; fa aqieemoes salaata wa aatoez zakaata wa'tasiemoe biellaahie Hoewa mawlaakoem fanie'mal mawlaa wa nie'man nasieer (17)
22:78 En strijd voor de zaak van Allah, zoals je zou moeten strijden (op basis van je kunnen). Hij (Allah) heeft jullie gekozen (om Zijn boodschap te verkondigen) en heeft geen moeilijkheid in jullie 'Dien' (levenswijze, religie) opgelegd. (Het is) de geloofsopvatting dat gepraktiseerd werd door jullie (voor-)vader Ibrahiem (Abraham) (Islam). Hij (Allah) heeft jullie moslims genoemd, zoals vroeger (in alle voorgaande openbaringen) en hierin (de Koran). (Streef dus voor de zaak van Allah) Zodat de boodschapper (Mohammed v.z.m.h.) een getuige is over jullie en dat jullie getuigen zijn over de gehele mensheid. Dus onderhoudt de "Salaat" (het gebed / het contact maken met Allah), geef de zakaat (de arme belasting) en hou vast aan (de bepaling van) Allah. Hij is jullie beschermer! Dus de beste 'Maula' (beschermer) en de beste 'Nasier' (helper).


www.heiligekoran.nl