98 Al-Bajjinah (Het duidelijke bewijs)
بِسۡمِ اللّٰہِ الرَّحۡمٰنِ الرَّحِیۡمِ
In de naam van Allah, Ar-Rahmaan (de meest Barmhartige m.b.t. iedereen, maar tijdelijk van duur), Ar-Rahiem (Degenen Die altijd Barmhartig zal zijn voor de gelovigen)
لَمۡ یَکُنِ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا مِنۡ اَہۡلِ الۡکِتٰبِ وَ الۡمُشۡرِکِیۡنَ مُنۡفَکِّیۡنَ حَتّٰی تَاۡتِیَہُمُ الۡبَیِّنَۃُ ۙ﴿۱﴾
Lam ya koeniel lazieena kafaroe mien ahliel kietaabie wal moeshrie kieena moen fak kieena hattaa ta-tieya hoemoel bayyienah
98:1 De ongelovigen onder de mensen van het boek en de afgoddienaren waren niet van plan om het (hun levenswijze) op te geven, totdat het duidelijke bewijs zou komen,

رَسُوۡلٌ مِّنَ اللّٰہِ یَتۡلُوۡا صُحُفًا مُّطَہَّرَۃً ۙ﴿۲﴾
Rasoeloem mienal laahie yatloe soehoefam moetahharah
98:2 (het bewijs van) een boodschapper van Allah die reine schriften voordraagt,

فِیۡہَا کُتُبٌ قَیِّمَۃٌ ؕ﴿۳﴾
Fieeha koetoeboen qaiyiemah
98:3 waarin het juiste in staat geschreven. (Notitie: het Joodse volk zit nog steeds te wachten op de verlosser.)

وَ مَا تَفَرَّقَ الَّذِیۡنَ اُوۡتُوا الۡکِتٰبَ اِلَّا مِنۡۢ بَعۡدِ مَا جَآءَتۡہُمُ الۡبَیِّنَۃُ ؕ﴿۴﴾
Wa maa tafarraqal lazieena oetoel kietaaba iel-la miem b'adie ma djaa-at hoemoel baiyyienah
98:4 Maar toen het duidelijke bewijs tot hen kwam (de profeet Mohammed v.z.m.h.) werden ze onenig en verdeelden ze zichzelf in groepen.

وَ مَاۤ اُمِرُوۡۤا اِلَّا لِیَعۡبُدُوا اللّٰہَ مُخۡلِصِیۡنَ لَہُ الدِّیۡنَ ۬ۙ حُنَفَآءَ وَ یُقِیۡمُوا الصَّلٰوۃَ وَ یُؤۡتُوا الزَّکٰوۃَ وَ ذٰلِکَ دِیۡنُ الۡقَیِّمَۃِ ؕ﴿۵﴾
Wa maa oemieroe iel-la liey'aboe doel laaha moeghliesieena lahoed-dieena hoena faa-a wa yoeqieemoes salaata wa yoe-toez zakaata; wa zaalieka dieenoel qaiyiemah
98:5 Echter, Ze werden alleen opgeroepen om Allah te aanbidden, oprecht naar Hem te zijn in de "Dien" (levenswijze), de "Salaat" (het gebed) te onderhouden, en de "Zakaat" (arme belasting) te geven. Dat is de juiste "Dien" (levenswijze).

اِنَّ الَّذِیۡنَ کَفَرُوۡا مِنۡ اَہۡلِ الۡکِتٰبِ وَ الۡمُشۡرِکِیۡنَ فِیۡ نَارِ جَہَنَّمَ خٰلِدِیۡنَ فِیۡہَا ؕ اُولٰٓئِکَ ہُمۡ شَرُّ الۡبَرِیَّۃِ ؕ﴿۶﴾
Innal lazieena kafaroe mien ahliel kietaabie wal moeshrie kieena fiee narie djahan nama ghaalie dieena fieeha; oelaa-ieka hoem shar roel ba rieeyah
98:6 Zonder twijfel, de ongelovigen onder de mensen van het boek en de afgoddienaren zullen in het vuur van de hel voor eeuwig in verblijven. Zij zijn de ergste van alle scheppingen.

اِنَّ الَّذِیۡنَ اٰمَنُوۡا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ ۙ اُولٰٓئِکَ ہُمۡ خَیۡرُ الۡبَرِیَّۃِ ؕ﴿۷﴾
Innal lazieena aamanoe wa 'amieloes saaliehaatie oela-ieka hoem ghairoel barieey yah
98:7 Waarlijk, degenen die geloven en goede daden doen, dat zijn degenen die de beste zijn van alle schepingen.

جَزَآؤُہُمۡ عِنۡدَ رَبِّہِمۡ جَنّٰتُ عَدۡنٍ تَجۡرِیۡ مِنۡ تَحۡتِہَا الۡاَنۡہٰرُ خٰلِدِیۡنَ فِیۡہَاۤ اَبَدًا ؕ رَضِیَ اللّٰہُ عَنۡہُمۡ وَ رَضُوۡا عَنۡہُ ؕ ذٰلِکَ لِمَنۡ خَشِیَ رَبَّہٗ ﴿۸﴾
djazaa-oehoem ienda rabbiehiem djan naatoe 'adnien tadjriee mien tahtiehal an haaroe ghaliedieena fieeha abada; radiey-yallaahoe 'anhoem wa ra doe 'an zaalieka lieman ghashieya rabbah.
98:8 Hun beloning is bij hun Heer, tuinen van eeuwigheid, waaronder rivieren stromen, eeuwig blijvend erin. Allah is tevreden met hen en zij zullen blij met Allah zijn. Dat is voor degenen die zijn Heer vreest.


www.heiligekoran.nl